Mijn kind maakt korte zinnen
Mijn kind maakt korte zinnen; past dit bij de leeftijd of moet mijn kind al langere zinnen kunnen maken?
Sommige kinderen blijven lang hangen op zinnen van 1 of 2 woorden.
Ze zeggen bijvoorbeeld:
• ‘papa! Mauw!’ (‘Papa, kijk eens, daar loopt een poes’)
• ‘nee! Sape nee!’ (‘Nee, ik wil niet slapen’)
Vanaf 3 jaar moet een kind al een zin kunnen maken van 3 tot 5 woorden (zie Minimum spreeknormen)
Als kinderen ongeveer 4 jaar oud zijn maken zij al steeds langere en mooiere zinnen. Ook gaan kinderen de bekende waarom-vragen stellen.
Gevolgen
Als kinderen te lang korte zinnen blijven maken dan zien we dat zij;
• meer moeite hebben om zichzelf duidelijk te maken
• meer frustratie laten zien
• minder contact hebben met andere kinderen
• later minder goed op school mee kunnen komen
Wat kan je zelf doen?
Je kunt jouw kind zelf helpen door veel tegen jouw kind te praten. Vertel wat je doet en wat je onderweg bijvoorbeeld ziet. Natuurlijk leren kinderen ook veel als je samen prentenboeken leest en samen liedjes zingt.
Niet alleen het praten tegen je kind in belangrijk, maar ook het luisteren naar je kind. Neem de tijd om naar je kind te luisteren en echt te begrijpen wat hij bedoelt.
Soms heeft jouw kind tijd nodig om na te denken wat hij wil zeggen of te antwoorden. Het is dan belangrijk deze tijd te geven, ook al komt het je niet altijd even goed uit. Vul niet te snel de zinnen aan of antwoord niet in plaats van jouw kind.
Wat doet de logopedist?
De logopedist helpt door met het kind spelenderwijs zinnen te oefenen. Bij oudere kinderen oefenen we zinnen tijdens spelletjes, het voorlezen en in een gesprekje. Natuurlijk geven wij tips jij thuis met jouw kind kan oefenen.
